HET PRINCIPE VAN HET GELOOF


Nadat Adam rebelleerde, kwam de wereld in een geestelijke en, zodoende, morele crisis.
Zonder de leiding van God werd de mensheid afgodisch, ongedisciplineerd en ongeregeld.
Om de mensheid nog een kans te kunnen bieden, zou de Heer Zijn Zoon moeten sturen om voor ons te sterven.
Maar hoe kon Jezus geboren worden in een afgodische wereld?
Hoe zou de Heilige Zoon van God te midden van de zonde geboren kunnen worden?
Dus besloot de Heer om, eerst, een volk op te richten dat apart werd gehouden van de andere heidense volkeren.
Abraham was de enige die voldeed aan Gods hemelse plan.
Zijn intelligente geloof was adequaat voor een partnerschap met God.
God is geest, wijsheid, intelligentie, rede…
Een verbintenis met Hem vereist een intelligent geloof.
Abraham gebruikte zijn verstand.
Hij verkoos liever atheïsme dan te geloven in de goden die door de verbeelding van de mens werden gecreëerd.
God koos Abraham, omdat hij nadacht.
In plaats van zijn hart te gebruiken, gebruikte hij zijn verstand om beslissingen te maken.
Desondanks moest Hij hem van zijn volk verwijderen om van hem een grote natie te kunnen maken.
Zo niet dan zou hij beïnvloed worden door zijn familie en de heidense gebruiken van die maatschappij en geen oren hebben om naar de stem van God te kunnen luisteren.
De eerste test van zijn geloof was het offer van dat zondige land en zijn familie te verlaten en zelfs de leiderschap van zijn stam op te geven.
Hetzelfde principe dat gebruikt werd voor het proces om de kinderen van God te selecteren wordt ook vandaag de dag gebruikt.
Jezus zei:
“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij” (Matteüs 16:24) NBG ’51.
Er is geen derde persoon in een partnerschap met God.
Of Hij komt op de Eerste plaats in uw leven of Hij heeft er geen deel aan.
Voor de eer om Hem als Heer te mogen hebben eist Hij de Eerste plaats positie – de Eerste plaats in uw leven…
Zoals de Here Jezus zei:
“Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waardig; en wie zijn kruis niet opneemt en achter Mij gaat, is Mij niet waardig.” “Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden” (Matteüs 10:37-39) NBG ’51.
Bisschop Edir Macedo

Campaña di Israel


Aanschouwt Abraham, uw vader, en Sara, die u baarde; want Ik riep hem als eenling en Ik zegende hem en vermenigvuldigde hem” (Jesaja 51:2)
Waarom vertelt God ons om naar Abraham te kijken?
Wat deed hij dat zo belangrijk was?
Wat wil God ons tonen wanneer Hij ons vertelt om naar Abraham te kijken?
Ik geloof dat het zijn geloof was, dat gedemonstreerd werd door zijn gehoorzaamheid toen God hem riep.
Abraham leefde door gehoorzaamheid aan het Woord van God dat hij niet kon zien, raken of voelen. Hij geloofde simpelweg.
God is geest. U kunt hem niet zien, raken en voelen. U kunt alleen geloven dat Hij bestaat en dat Hij degenen die Hem zoeken beloont.
Toen God Abraham vroeg voor zijn enige zoon, Isaak, gehoorzaamde hij en was hij bereid om hem op het altaar te offeren.
Nogmaals werd het geloof van Abraham getoond door zijn gehoorzaamheid aan het Woord van God.
God had Abraham al verteld, toen Hij hem riep, dat Hij hem zou zegenen. Toen hij zijn geloof tot het extreme gebruikte, door zijn enige zoon te offeren, werd God gedwongen om tot hem te roepen en zwoer Hij bij zijn eigen naam dat alles wat Hij Abraham had beloofd vervuld zou worden. Zo’n eed was niet noodzakelijk, omdat Hij God is. Alles is Mogelijk voor God. Het enige wat onmogelijk is voor God is dat Hij zou liegen.
Het grootste aspect van het geloof van Abraham was zijn gehoorzaamheid. Daarom zegende God hem met alles en maakte Hij hem tot een zegen.
We kunnen niet vergeten wat we van bischop Macedo hebben geleerd: het offer is de kortste afstand tussen iets willen en het bereiken.
God vraagt, maar wij beslissen of we wel of niet zullen geven en gehoorzamen.
Degenen die geloven zullen met ons meegaan, omdat we naar de Berg Moria zullen gaan.
Degenen die niet geloven zullen niet met ons meegaan.
Zelfs degenen die niet geloven zullen zeker wonderen zien, maar ze zullen die zien in de levens van degenen die geloven.
Wilt u wonderen in uw leven zien gebeuren of in de levens van anderen?
Ik wil ze in mijn leven zien gebeuren en in de levens van anderen.